Gelderland is de grootste provincie van Nederland als we kijken naar het landoppervlak. Daadkracht Bekendmaken mag ook deze mooie provincie ondersteunen bij haar bekendmakingsproces. Jacqueline van Rijn werkt bij de afdeling bestuurlijk juridische zaken bij provincie Gelderland. Zij deelt hoe zij de samenwerking met Daadkracht ervaart. “Ontzorgen en erop toezien dat alles in goede banen wordt geleid. Dat zijn wel kernwoorden voor Daadkracht.”
DROP
Gelderland laat het publiceren en aanpassen van de decentrale regelingen verzorgen door Daadkracht. “In 2016 waren we gedwongen om over te stappen op een ander invoersysteem voor de bekendmakingen: DROP. Degene die de regelingen aanpaste was destijds bijna met pensioen en zag er tegenop om uitgebreide kennis op te doen over het nieuwe systeem. We hadden ook geen capaciteit om het bij een ander in de organisatie te beleggen.” Zo is de provincie bij Daadkracht terechtgekomen. “Toch vind ik het ook belangrijk om intern kennis in huis te hebben om de regelingen aan te kunnen passen als dat nodig is. Dat doen we dan ook wel eens. Maar het is heel fijn dat Daadkracht op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen op publicatiegebied, daarmee ontzorgen ze ons. De samenwerking bevalt heel goed. “
Goede banen
Daadkracht is ook een goede vraagbaak bij complexe vraagstukken, vertelt Jacqueline. “Ik kan wel zeggen dat Daadkracht ontzorgt en regelt dat alles in goede banen wordt geleid. Dat zijn wel kernwoorden die bij mij opkomen.” De communicatie verloopt dan ook naar wens “Als er vragen zijn dan weten jullie ons te vinden en vice versa. We hebben regelmatig paginalange stukken waar aanpassingen in moeten worden gedaan. Dan heb je ook te maken met verschillende in- en uitwerkingtredingsdata. Dat zijn echte breinbrekers. Het is dan fijn om te kunnen sparren met elkaar.”
Adequaat
Verder is Daadkracht heel helder en adequaat haar communicatie. “Het is duidelijk wat de mogelijkheden zijn. Je krijgt altijd snel een antwoord. Ik ben gewoon tevreden over de samenwerking en hoe die nu verloopt!”